De oudste bewoning van Roermond was aan het zogenaamde 'Buitenop', aan de voet van de huidige kathedraaltoren, vlakbij de plek waar tegenwoordig de Roer uitmondt in de Maas. Hier heeft ook de eerste parochiekerk van Roermond gestaan. Later breidde de stad zich uit in de richting van het huidige centrum. Toen er een omwalling rond de stad werd aangelegd, kwam de oude parochiekerk buiten de stadsmuur te liggen. Om die reden werd omstreeks 1410 begonnen met de bouw van een nieuwe parochiekerk, de huidige Sint Christoffelkathedraal.
De bouwstijl is hoofdzakelijk laatgotisch. Oorspronkelijk werd de kerk gebouwd in de vorm van een Grieks kruis (vier gelijke armen) met daarin een toren. In de loop van de eeuwen werd de kerk vele malen uitgebreid, totdat ze haar huidige vorm had gekregen: een in hoofdzaak bakstenen gebouw, bestaande uit een vijfbeukig schip met een ingebouwde westtoren, uitspringende dwarsbeuken en een driebeukig hallenkoor.
De monumentale Sint Christoffelkerk heeft door de eeuwen heen diverse rampen meegemaakt: in 1554 een stadsbrand, in 1566 de beeldenstorm en in 1572 plundering door de troepen van Willem van Oranje. Bovendien diverse blikseminslagen, stormschade en torenbranden. De zwaarste verwoesting vond plaats op 28 februari 1945, toen de Duitsers daags voor de bevrijding van Roermond de toren van de kathedraal opbliezen. De meest recente ramp trof de kerk op 13 april 1992 toen een aardbeving zorgde voor aanzienlijke schade.
Bisschopskerk is de Sint Christoffelkerk sinds 1661, ter vervanging van de inmiddels afgebroken H. Geestkerk, die sinds de oprichting van het bisdom in 1559 als kathedraal fungeerde.
De kerk beschikt over een aantal bijzondere beelden, schilderijen en liturgisch vaatwerk, die van grote cultuurhistorische waarde zijn. Bij een bezoek aan de kathedraal valt het oog van de bezoeker direct op de mooie zijaltaren met links naast het hoofdaltaar het sacramentsaltaar (1593) en rechts het Maria-altaar (1890). Opvallend tussen alle historische voorwerpen is het moderne hoofdaltaar, dat samen met de bisschopszetel, zeven kandelaren, het processiekruis, zes koorstoelen en een lezenaar in 1961 is vervaardigd in de beroemde kunstwerkplaats van Leo Brom in Utrecht. Het oudste kunstwerk is het 15e-eeuwse gaffelkruis of Dalheimerkruis. Vermeldenswaard zijn ook de barokke preekstoel en vijf biechtstoelen uit de achttiende eeuw, een tabernakel, koorbanken, communiebanken en een doopvont, alsmede enkele monumentale devotiealtaren. De kathedraal telt circa 80 -vaak rijk bewerkte - grafstenen en diverse grafmonumenten.
Ramen
Vanwege de toegebrachte schade aan het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft de kathedraal nauwelijks oude glas-in-loodvensters. Alleen de beglazing in het Mariakoor van Frans Nicolas werd gespaard. Na de oorlog werden in het priesterkoor en het sacramentskoor kleurige glas-in-loodvensters geplaatst van de bekende Roermondse glaskunstenaar Joep Nicolas. In de zijbeuken kwamen drie vensters van Max Weiss. Het was destijds de bedoeling alle overige ramen ook te voorzien van fraai gebrandschilderd glas. Recentelijk zijn in 2004 nieuwe ramen geplaatst in de St. Jacobuskapel van de kerk, gemaakt door Leo Reichs van Ateliers Flos in Steyl en werden in 2005 respectievelijk 2007 twee in een reeks van vier grote ramen in het Mariakoor geplaatst van de hand van Diego Semprun Nicolas, kleinzoon van de eerdergenoemde Joep Nicolas. In 2006 volgde een grote ramenset van Huub Kurvers uit Deventer en in 2010 werden twee vensters van de in Keulen woonachtige Franse kunstenaar Jean-Paul Raymond geplaatst. In alle overige ramen zit tot nu toe echter nog altijd de 'noodbeglazing', die na de Tweede Wereldoorlog werd aangebracht en nu dringend aan vervanging, liefst met nieuwe gebrandschilderde ramen, toe is. Zodra hier geld voor is, worden die ramen vervaardigd en geplaatst.
Hoewel tegenwoordig aangeduid als Sint-Christoffelkathedraal, is deze kerk oorspronkelijk niet gebouwd voor de functie van bisschopskerk (wat 'kathedraal' betekent), maar als parochiekerk. Een functie die de kerk vanaf het begin en nog altijd bekleedt.
Oorlog en blikseminslag
Door de strategische ligging werden de kerk en toren vele malen verwoest. Maar ook door blikseminslag en storm moest de kerk het regelmatig ontgelden.
Zo moest de kerk onder andere de volgende rampen doorstaan:
1554 - stadsbrand
1556 - beeldenstorm
1572 - plundering door de troepen van Willem van Oranje
1591 - instorting van het gewelf
1614 - stormschade
1921 - torenspits stort in tijdens storm
1945 - bombardementen
1992 - aardbeving
Bovendien brandde de toren enkele male volledig uit na bliksem-inslagen. De zwaarste verwoesting had de kerk te verduren op 28 februari 1945. De Duitsers bliezen de toren op om te voorkomen dat Engelse troepen deze konden gebruiken als uitkijkpost. De kerk bleef achter als een rune. En dag later werd Roermond bevrijd.
Pas in 1957 was de herbouw van de kerk voltooid.